www.technologieenindustrie.com
		
			
				03			
			
				 '25			
		
		
			Written on 			Modified on 
		
		
		
		Grid-interactieve gebouwen leiden Europa’s energietransitie naar slimmere duurzaamheid
Schneider Electric laat zien hoe slimme energietechnologie gebouwen helpt energie te produceren, op te slaan en te optimaliseren, en zo netcongestie te verlichten.
www.se.com

De energietransitie in Europa is in volle gang. De noodzaak om onze uitstoot drastisch te verlagen, zorgt niet alleen voor uitdagingen maar ook voor kansen. In dat verhaal nemen gebouwen een centrale plaats in. Sterker nog, zonder een actievere rol van gebouwen kunnen we de energietransitie helemaal niet waarmaken.
Er zijn veel kansen te zien in de evolutie richting grid-interactieve gebouwen. Dit zijn slimme, verbonden gebouwen die niet alleen energie verbruiken, maar ook produceren, opslaan en flexibel inzetten, afhankelijk van wat het elektriciteitsnet vraagt. Dankzij grid-interactieve oplossingen kunnen gebouwen wel tot 85% CO₂ besparen én helpen ze het urgente netcongestieprobleem in Nederland op te lossen.
Maar wat zijn grid-interactieve gebouwen precies, waarom zijn ze essentieel én hoe kunnen Europese regelgeving en technologische innovatie elkaar versterken? In dit blog wordt de wereld van grid-interactieve gebouwen verkend.
Wat is een grid-interactief gebouw?
Vroeger waren gebouwen passieve energieconsumenten, maar nu evolueren ze tot ‘prosumenten’. Dit betekent dat ze niet alleen energie gebruiken, maar ook opwekken. Om deze dubbele rol zo efficiënt mogelijk in te vullen, communiceren grid-interactieve gebouwen in realtime met het elektriciteitsnet. Het energieverbruik wordt zo automatisch aan de omstandigheden aangepast. Dit gebeurt op basis van slimme sturing, data-analyse en vaak lokale energieproductie (bijvoorbeeld via zonnepanelen) en opslag (bijvoorbeeld batterijen). Vraag en aanbod worden dus veel beter op elkaar afgestemd.
Om een praktisch voorbeeld van de voordelen te geven: een grid-interactief gebouw kan bijvoorbeeld ’s nachts elektrische auto’s laden of warmtepompen laten draaien. Zo verlaagt het gebouw tijdens de piekbelasting overdag het energieverbruik, waardoor kosten worden bespaard en pieken op het overbelaste vlak afvlakken.
Drie kenmerken van een grid-interactief gebouw
Samenvattend zijn er drie eigenschappen die laten zien dat een gebouw niet langer een passieve verbruiker is, maar een actieve speler in het energielandschap:
- Energie-efficiëntie: het energieverbruik verminderen dankzij digitale optimalisatie.
 - Energie-autonomie: minder afhankelijkheid, omdat het zelf energie opwekt en gebruikt.
 - Flexibiliteit: slim inspelen op netbelasting en energieprijzen.
 
Waarom zijn grid-interactieve gebouwen zo belangrijk voor Nederland?
Nederland elektrificeert in sneltreinvaart. Denk aan de populariteit van elektrisch vervoer en de opkomst van warmtepompen. Sterker nog, de helft van de elektriciteitsproductie uit het land komt inmiddels uit hernieuwbare bronnen (bron: CBS) en dit wordt alleen maar meer.
Die ontwikkeling is positief, maar de sterke evolutie richting elektrificatie heeft ook zijn keerzijde. Elektrificatie is namelijk een enorme belasting voor de elektriciteitsinfrastructuur. In bijna heel Nederland zijn er inmiddels al netcongestieproblemen. Duizenden bedrijven staan op wachtlijsten voor een aansluiting of verzwaring.
Dit is een probleem, want netcongestie vertraagt plannen van bedrijven en overheden voor (economische) groei, woningbouw of verduurzaming. In veel media en in de politiek is hier terecht veel aandacht voor, maar in deze transitie is het ook belangrijk om juist de kansen te benutten die er ook liggen, want die zijn er volop.
De kans ligt in de transformatie van bestaande gebouwen. Door deze slimmer te maken en ze te laten interacteren met het net, kan de piekvraag worden verlaagd, het net worden gestabiliseerd en de afhankelijkheid van fossiele energie worden verminderd zonder te moeten wachten op complexe en dure netinvesteringen. Bedrijven die kort op de bal spelen halen daar ook economisch en ecologisch voordeel uit: door het vermijden van dure piekverbruiken, het verminderen van CO₂-uitstoot en de verhoogde veerkracht en bedrijfscontinuïteit.
Europese regelgeving als katalysator
De rol van regelgeving in deze transitie mag niet worden onderschat. Binnen de Europese Unie wordt stevig ingezet op verduurzaming en elektrificatie via onder meer de EPBD (Energy Performance of Buildings Directive): deze verplicht lidstaten om gebouwen energie-efficiënter te maken, onder andere via slimme automatisering en energiemanagementsystemen.
Deze regelgeving versnelt niet alleen de vraag naar slimme oplossingen, maar creëert ook nieuwe economische kansen, bijvoorbeeld via subsidies of energiemarkten waarin gebouwen als ‘energieactoren’ kunnen meespelen.
Welke technologieën zijn nodig?
Grid-interactiviteit vraagt om de juiste digitale infrastructuur. Enkele sleutelcomponenten:
Nederland elektrificeert in sneltreinvaart. Denk aan de populariteit van elektrisch vervoer en de opkomst van warmtepompen. Sterker nog, de helft van de elektriciteitsproductie uit het land komt inmiddels uit hernieuwbare bronnen (bron: CBS) en dit wordt alleen maar meer.
Die ontwikkeling is positief, maar de sterke evolutie richting elektrificatie heeft ook zijn keerzijde. Elektrificatie is namelijk een enorme belasting voor de elektriciteitsinfrastructuur. In bijna heel Nederland zijn er inmiddels al netcongestieproblemen. Duizenden bedrijven staan op wachtlijsten voor een aansluiting of verzwaring.
Dit is een probleem, want netcongestie vertraagt plannen van bedrijven en overheden voor (economische) groei, woningbouw of verduurzaming. In veel media en in de politiek is hier terecht veel aandacht voor, maar in deze transitie is het ook belangrijk om juist de kansen te benutten die er ook liggen, want die zijn er volop.
De kans ligt in de transformatie van bestaande gebouwen. Door deze slimmer te maken en ze te laten interacteren met het net, kan de piekvraag worden verlaagd, het net worden gestabiliseerd en de afhankelijkheid van fossiele energie worden verminderd zonder te moeten wachten op complexe en dure netinvesteringen. Bedrijven die kort op de bal spelen halen daar ook economisch en ecologisch voordeel uit: door het vermijden van dure piekverbruiken, het verminderen van CO₂-uitstoot en de verhoogde veerkracht en bedrijfscontinuïteit.
Europese regelgeving als katalysator
De rol van regelgeving in deze transitie mag niet worden onderschat. Binnen de Europese Unie wordt stevig ingezet op verduurzaming en elektrificatie via onder meer de EPBD (Energy Performance of Buildings Directive): deze verplicht lidstaten om gebouwen energie-efficiënter te maken, onder andere via slimme automatisering en energiemanagementsystemen.
Deze regelgeving versnelt niet alleen de vraag naar slimme oplossingen, maar creëert ook nieuwe economische kansen, bijvoorbeeld via subsidies of energiemarkten waarin gebouwen als ‘energieactoren’ kunnen meespelen.
Welke technologieën zijn nodig?
Grid-interactiviteit vraagt om de juiste digitale infrastructuur. Enkele sleutelcomponenten:
- BMS (Building Management System): automatiseert HVAC, verlichting, bezettingsdetectie en meer.
 - EPMS (Energy & Power Management System): brengt energieverbruik gedetailleerd in kaart.
 - Microgrid Control System: stuurt productie, opslag en verbruik slim aan.
 - EV-laadbeheer: optimaliseert laadmomenten op basis van prijs en CO₂-intensiteit.
 
Al deze systemen zijn al beschikbaar. Via oplossingen zoals Energy-as-a-Service kunnen bedrijven bovendien met een veel beperkter investeringskapitaal aan de slag.
Waar start je?
Bij Schneider Electric wordt een beproefde aanpak in drie stappen gehanteerd:
Waar start je?
Bij Schneider Electric wordt een beproefde aanpak in drie stappen gehanteerd:
- Strategize: breng de huidige situatie en doelstellingen in kaart.
 - Digitize: installeer de juiste technologie en verzamel data.
 - Decarbonize: optimaliseer processen en verminder de CO₂-voetafdruk.
 
Organisaties worden ondersteund bij zowel nieuwbouw als renovatieprojecten. Zeker bij deze laatste categorie ligt het grootste potentieel. Zeker als men weet dat 70% van de CO₂-uitstoot van een gebouw uit de operationele fase komt!
Het gebouw als energieleverancier
De toekomst is duidelijk: de samenleving evolueert naar een decentraal, digitaal en duurzaam energiemodel. Grid-interactieve gebouwen worden een van de motoren van die transitie. Ze stabiliseren het net, versnellen de uitrol van hernieuwbare energie en helpen bedrijven en overheden om hun duurzaamheidsdoelstellingen te halen. De technologie bestaat. De beleidskaders zijn er. De potentiële winsten op economisch en duurzaam gebied zijn groot. Nu is het moment om te schakelen.
www.se.com
Het gebouw als energieleverancier
De toekomst is duidelijk: de samenleving evolueert naar een decentraal, digitaal en duurzaam energiemodel. Grid-interactieve gebouwen worden een van de motoren van die transitie. Ze stabiliseren het net, versnellen de uitrol van hernieuwbare energie en helpen bedrijven en overheden om hun duurzaamheidsdoelstellingen te halen. De technologie bestaat. De beleidskaders zijn er. De potentiële winsten op economisch en duurzaam gebied zijn groot. Nu is het moment om te schakelen.
www.se.com

